Fakultät VI - Medizin und Gesundheits­wissenschaften
Cross-Border Institute of Healthcare Systems and Prevention (CBI)

CHARE-GD I Subproject 4: The Influence of Primary Care Provision on Health Care in Nursing Homes

Contact:

CHARE-GD I Subproject 4: The Influence of Primary Care Provision on Health Care in Nursing Homes

For other languages, see Deutsch and English.

Achtergrond van het project

Hoewel verpleeghuisbewoners in Duitsland en Nederland nauwelijks van elkaar verschillen, zijn er grote verschillen met betrekking tot hun medische zorg. Deelproject 4 van de CHARE-GD I studie heeft daarom als doel het identificeren van verschillen en overeenkomsten in gezondheidszorg tussen Duitse en Nederlandse verpleeghuisbewoners. Ook de gevolgen van deze verschillen zullen worden onderzocht. 

 

Ziekenhuisopnames van Duitse en Nederlandse verpleeghuisbewoners zijn afhankelijk van verschillende structuren in de langdurige zorg: Een systematisch overzicht van perioden van verhoogde kwetsbaarheid

Doel van het artikel

Ziekenhuisopname is een belangrijk verschil in het gebruik van gezondheidszorg. Ziekenhuisopname van verpleeghuisbewoners wordt geassocieerd met verstrekkende complicaties (bijv. ziekenhuisinfecties) en leidt tot hogere zorgkosten. Veel van deze ziekenhuisopnames kunnen mogelijk vermeden worden. De proporties bewoners met ziekenhuisopnames variëren sterk tussen verschillende landen - ook tussen buurlanden zoals Duitsland en Nederland. Tot op heden is er echter geen systematische vergelijking gemaakt. Het doel van een systematisch literatuuronderzoek was daarom om de verhoudingen van verpleeghuisbewoners met ziekenhuisopnames tussen de twee landen te vergelijken. De focus werd gelegd op periodes waarin het risico op ziekenhuisopname bijzonder hoog is, d.w.z. de eerste zes maanden na opname in het verpleeghuis en de laatste zes maanden voor overlijden.

De belangrijkste resultaten

3 biomedische literatuurdatabases (MEDLINE via Pubmed, EMBASE en CINAHL) werden doorzocht om de geschiktheid van alle observationele studies tot de publicatiedatum van 3 mei 2022 te beoordelen. Na beoordeling van 1.856 datasets werden uiteindelijk 9 studies geïncludeerd, die werden gepubliceerd in 14 artikelen (Duitsland: 8; Nederland: 6). Eén studie per land onderzocht de eerste 6 maanden na institutionalisering. In totaal werd 10% van de Nederlandse en 42% van de Duitse verpleeghuisbewoners in deze periode opgenomen in het ziekenhuis. In totaal rapporteerden 7 studies over sterfgevallen in het ziekenhuis, waarbij het aandeel schommelde rond 29% in Duitsland en tussen 1% en 16% in Nederland. De percentages ziekenhuisopnames in de laatste 30 levensdagen varieerden van 8% tot 16% (Nederland: n = 2) en van 49% tot 58% (Duitsland: n = 3). Alleen de Duitse studies analyseerden verschillen naar leeftijd en geslacht. Hoewel hospitalisaties minder frequent waren op oudere leeftijd, waren ze frequenter bij mannelijke bewoners.

Implicaties

De hogere cijfers voor Duitsland kunnen waarschijnlijk worden verklaard door verschillen in de zorgsystemen. Er is een gebrek aan onderzoek, vooral naar de eerste maanden na opname in een verpleeghuis. De bevindingen van deze studie zullen worden meegenomen in toekomstige studies die de zorgprocessen van verpleeghuisbewoners onder de loep zullen nemen. Onnodig ziekenhuistransport moet vermeden worden ten voordele van verpleeghuisbewoners.
 

Meer weten?

Deze studie is te vinden op: https://www.jamda.com/article/S1525-8610(23)00108-1/pdf

Fassmer AM, Allers K, Helbach J, Zuidema S, Freitag M, Zieschang, T, Hoffmann F. Hospitalization of German and Dutch Nursing Home Residents Depend on Different Long-Term Care Structures: A Systematic Review on Periods of Increased Vulnerability. Journal of the American Medical Directors Association 2023. Volume 24, Issue 5, P609-618.E6, May 2023

Vergelijking van medische zorgbehoeften en feitelijke zorg onder Duitse en Nederlandse verpleeghuisbewoners: een cross-sectionele studie uit twee naburige Europese landen

Doel van het artikel

In Duitsland worden verpleeghuisbewoners verzorgd door huisartsen en andere specialisten. In Nederland is de zorg verschillend georganiseerd, afhankelijk van het type instelling. In Verpleeghuizen (de meerderheid van de instellingen) krijgen bewoners medische zorg van en specialist ouderengeneeskunde (elderly care physician, ECP‘s) die rechtstreeks in dienst zijn van de tehuizen. In Verzorgingshuizen, vergelijkbaar met Duitsland, zijn huisartsen in privépraktijken verantwoordelijk voor de zorg van de bewoners. Over het algemeen wordt specialistische medische zorg in Nederland niet ambulant aangeboden. Tot op heden is er slechts zeer beperkte informatie beschikbaar over de behoefte aan en de feitelijke medische zorg voor verpleeghuisbewoners in beide landen. Dit onderzoek was daarom gericht op het vergelijken van de kenmerken van Duitse en Nederlandse verpleeghuizen, hun bewoners en de behoefte aan en het daadwerkelijke gebruik van medische zorg.

De belangrijkste resultaten

Er werden twee enquêtes gehouden onder 600 willekeurig geselecteerde verpleeghuizen in Duitsland en Nederland. De vragenlijsten werden verstuurd in mei 2022. We ontvingen 199 Duitse (respons: 33%) en 102 Nederlandse vragenlijsten (respons: 17%). De kenmerken van de bewoners waren in beide landen vergelijkbaar. Terwijl de Duitse verpleeghuizen de behoefte van de bewoners aan algemene medische zorg hoger beoordeelden dan de Nederlandse voorzieningen (88% vs. 78%), gold het omgekeerde voor de behoefte aan tandheelkundige zorg (81% vs. 71%). Voor alle 4 onderzochte medische specialismen gaven Duitse verpleeghuizen vaker aan behoefte te hebben aan behandeling dan Nederlandse voorzieningen, bijv. 48% versus 12% voor neurologie. Bovendien dachten Nederlandse verpleeghuizen significant vaker dat huisartsen/ECP's in staat waren om aan deze behoeften te voldoen. Het aantal huisarts/ECP-contacten per bewoner per jaar was vergelijkbaar in beide landen (Duitsland: 27; Nederland: 29). Bijna alle Nederlandse instellingen hadden andere zorgprofessionals in vaste dienst (bijv. fysiotherapeuten), terwijl dit in Duitsland zelden het geval was.

Implicaties

We vonden grote verschillen in de medische zorg voor verpleeghuisbewoners. Het lijkt erop dat huisartsen/ECP's in Nederland de behoeften dekken waarvoor in Duitsland specialistische consulten nodig zijn. Sommige verschillen tussen de landen kunnen mogelijk worden verklaard door systeem-culturele verschillen. De bevindingen van dit proefschrift zullen direct worden meegenomen in de opzet van individuele interviews met verzorgenden en huisartsen/ECP's in beide landen om meer informatie te genereren over de verschillende organisatie van medische zorg.

 

Meer weten?

Deze studie is te vinden op: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/37716216/

Fassmer, AM, Zuidema SU, Janus SIM, Hoffman F. Comparison of medical care needs and actual care in German and Dutch nursing home residents: a cross-sectional study conducted in neighboring European countries. Archives of Gerontology and Geriatrics.

Verschillen tussen Duitse en Nederlandse verpleeghuisbewoners in bezoeken aan de spoedeisende hulp en ziekenhuisopnames: een crossnationaal onderzoek

Doel van het artikel

Vanwege hun vaak slechte gezondheidstoestand hebben verpleeghuisbewoners een grotere behoefte aan medische zorg. Dit kan zich ook vertalen in een hoger risico op (acute) ziekenhuisopname. Veel van deze overplaatsingen worden in de internationale literatuur als potentieel vermijdbaar beschouwd. De cijfers variëren niet alleen wereldwijd, maar ook tussen buurlanden. Een recente systematische review in dit project vond bijvoorbeeld veel hogere transportcijfers voor Duitsland dan voor Nederland. Dit werk vertegenwoordigt echter alleen een indirecte vergelijking van verschillende studies, die elk verschillende studiepopulaties en vragen hadden. Deze transnationale verpleeghuisenquête was daarom bedoeld om de frequentie van ziekenhuistransporten vanuit verpleeghuizen te bepalen met behulp van de identieke methodologie in beide landen en om onderliggende zorgprocessen te onderzoeken, zoals medische betrokkenheid bij de transportbeslissing.

De belangrijkste resultaten

Er werden twee enquêtes uitgevoerd onder 600 willekeurig geselecteerde verpleeghuizen in Duitsland en Nederland. De vragenlijsten werden verstuurd in mei 2022. We ontvingen 199 Duitse (respons: 33%) en 102 Nederlandse vragenlijsten (respons: 17%). Duitse verpleeghuizen schatten het aandeel ziekenhuisopnames binnen een jaar hoger in dan Nederlandse voorzieningen (bezoeken aan de spoedeisende hulp: 27% vs. 8%; ziekenhuisopnames: 30% vs. 11%). In Duitse verpleeghuizen was het aandeel van overplaatsingen naar het ziekenhuis waarbij de beslissing werd genomen door de verwijzende arts lager dan in Nederlandse voorzieningen (59% vs. 89%). Meer Duitse verpleeghuizen waren het ermee eens dat verpleeghuisbewoners te vaak naar het ziekenhuis werden overgeplaatst (25% vs. 11%). Duitse verpleeghuizen waren het er veel vaker mee eens dan Nederlandse voorzieningen dat er geen alternatief is voor opname in het ziekenhuis wanneer een verpleeghuisbewoner is gevallen (66% vs. 13%).

Implicaties

De hogere transportcijfers voor Duitsland zijn waarschijnlijk vooral te wijten aan de andere organisatie van algemene en medische zorg in verzorgingshuizen en de onmiddellijke beschikbaarheid van multiprofessionele teams, die de directe zorg voor bewoners in Nederland vereenvoudigen in vergelijking met Duitsland. Betere coördinatie van medische zorg voor bewoners is waarschijnlijk het beste uitgangspunt om onnodige ziekenhuisverwijzingen te verminderen. Toekomstige studies moeten daarom beter bekijken hoeveel ziekenhuisverwijzingen vermeden kunnen worden door dit soort ambulante zorg in het verpleeghuis en of de totale kosten bespaard kunnen worden ondanks uitgebreide zorg in de instelling.

 

Meer weten?

Deze studie is te vinden op: doi.org/10.1007/s41999-024-00975-2

Fassmer, AM, Zuidema SU, Janus SIM, Hoffman F. Differences in emergency department visits and hospitalization between German and Dutch nursing home residents: a cross-national survey. Eur Geriatr Med. 2024 Apr 29. doi: 10.1007/s41999-024-00975-2. Online ahead of print.

Zorg rond het levenseinde in Duitse en Nederlandse verpleeghuizen: een cross-sectionele studie naar het perspectief van verplegend personeel in 2022

Doel van het artikel

In een steeds ouder wordende samenleving neemt de behoefte aan verpleeghuisplaatsen toe. Verpleeghuisbewoners hebben vaak meerdere chronische ziekten. In de regel brengen ze de laatste fase van hun leven door in verpleeghuizen. Waardige en passende zorg aan het einde van het leven in verpleeghuizen is daarom de laatste jaren veel belangrijker geworden. Desondanks worden verpleeghuisbewoners in de laatste fase van hun leven vaak naar het ziekenhuis vervoerd - in veel gevallen tegen de wens van de bewoners in. De beschikbare studies geven aan dat dergelijke transporten in Nederland minder vaak voorkomen dan in Duitsland en dat de wensen van bewoners in Nederlandse verpleeghuizen vaker worden gedocumenteerd en opgevolgd. Het doel van deze transnationale studie was daarom om de zorg rond het levenseinde in Duitse en Nederlandse verpleeghuizen nader te bekijken en te evalueren.

De belangrijkste resultaten

Er werden twee enquêtes gehouden onder 600 willekeurig geselecteerde verpleeghuizen in Duitsland en Nederland. De vragenlijsten werden verstuurd in mei 2022. We ontvingen 199 Duitse (respons: 33%) en 102 Nederlandse vragenlijsten (respons: 17%). De Duitse deelnemers schatten dat 21% van de bewoners in het ziekenhuis overlijdt, vergeleken met slechts 6% in Nederland. In Duitse verpleeghuizen wordt advance care planning (ACP) minder vaak aangeboden (39% in Duitsland, 75% in Nederland) en de wensen van bewoners voor noodsituaties waren significant minder vaak bekend dan in Nederlandse verpleeghuizen. Huisartsen in Duitsland werden als minder goed getraind in zorg rond het levenseinde beschouwd. De belangrijkste maatregelen om de zorg rond het levenseinde te verbeteren waren vergelijkbaar in beide landen.

Implicaties

Deze studie vond verschillen in zorg rond het levenseinde (en kennis) tussen Duitsland en Nederland. Deze zouden het gevolg kunnen zijn van structurele verschillen (in de meeste Nederlandse verpleeghuizen zijn artsen 24 uur per dag beschikbaar) en culturele verschillen (in Nederland wordt meer gesproken over kwaliteit van leven dan over levensverlengende maatregelen). Vanwege deze verschillen is een landspecifieke aanpak nodig om de zorg rond het levenseinde te verbeteren.

 

Meer weten?

Deze studie is te vinden op: doi.org/10.1186/s13690-024-01316-2

Bauer, AK., Fassmer, A.M., Zuidema, S.U., Janus S.I.M, Hoffman F. End-of-life care in German and Dutch nursing homes: a cross-sectional study on nursing home staff’s perspective in 2022. Arch Public Health 82, 85 (2024).

(Changed: 27 jun 2024)  | 
Zum Seitananfang scrollen Scroll to the top of the page