Oosterholt
Kontakt:
Zu erreichen per Email:
Oosterholt
Publikationen
Bücher
- 2008: Ralf Grüttemeier/Jan Oosterholt: Een of twee Nederlandse literaturen? Contacten tussen de Nederlandse en Vlaamse Literatuur sinds 1830. Leuven: Peeters, 2008
- 2005: Oosterholt, Jan: De bril van Tachtig: het beeld van de 19e eeuwse Nederlandse dichtkunst. Amsterdam: [Univ.], 2005. -IX, 266 S., (Amsterdamse historische reeks: Kleine Serie; 45) Teilw. zugl.: Oldenburg, Univ., Habil.-Schr., 2004. ISBN 90-73941-27-X
- 2003: Potgieter, Everhardus J.; Oosterholt, Jan: Uit de nalatenschap van een dromer: [bloemlezing uit de gedichten] / E.J. Potgieter. Samenst.: Jan Oosterholt. Amsterdam: Athenaeum-Polak & Van Gennep, 136 S.: III. ISBN 90-253-4181-0
- 1998: Oosterholt, Jan: De ware dichter: de vaderlandse poëticale discussie in de periode 1775 - 1825 / Johannes Theodorus Wilhelmus Oosterholt. 1998. - X, 231 S. Zsfassung in engl. Sprache. Amsterdam, Univ., Diss. ISBN 90-232-3391-3
Artikel
- 2013: ‘Kunst en religie in de Nederlandse negentiende eeuw: Geertruida Bosboom-Toussaints Frits Millioen en zijne vrienden’ In: Locus 33 (2013) 9-13.
- 2012: Redactie themanummer ‘Receptie naar behoefte. Buitenlandse literatuur in Vlaanderen en Nederland’ TNTL 128 (2012) 3/4:
- ‘Ter inleiding’. In: TNTL 128 (2012) 3/4, 1-8
- ‘Buitenlandse literatuur als katalysator in het poëticale debat. Berthold Auerbach en het genre van de dorpsvertelling in het Nederlandse literaire systeem (1845-1885)’. In: TNTL 128 (2012) 3/4, 43-54. - 2010: Goethe en het ‚repertoire’ van E.J. Potgieter en Carel Vosmaer. Een voorbeeld van een literaire transfer in de negentiende eeuw’. In: Anouk Bogaert, Bettina Noak, Esther Ruigendijk (red.). Contact en invloed. Handelingen van de Bijeenkomst van Universitaire Docenten Nederlands in het Duitse Taalgebied 2008. Münster 2010, 42-55.
- 2010: Literatuurgeschiedenis tussen winkel van Sinkel en speciaalzaak. Naar aanleding van Alles is taal geworden. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1800-1900’. In: Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 126 (2010) 4, 373-381.
- 2006 ´Over subjectieve en objectieve dichters. De poëzie-opvatting van de criticus E.J. Potgieter (1833-1850)´. In: Nederlandse letterkunde 11 (2006) 1, 76-94.
- 2006 "Romantische poëzij" en "Bilderdijksche snaren". De literatuurpolitieke agenda van de dichter-criticus Adriaan van der Hoop, Jr. (1802-1841)´. In: neerlandistiek.nl 06.01 (april 2006) 1-33.
- 2005: ´Cultuurkritiek aan de hand van een representatie van de holocaust: „De keisnijder van Fichtenwald“ van Louis Ferron´. In: Neerlandica extra muros 43, 28-38.
- 2005: “Ik twijfel altijd“. Over „Eline Vere“ van Louis Couperus. In: A. Berteloot, J. Konst, N. Zwijnenburg (Hsg.). Handelingen van de bijeenkomst van universitaire docenten Nederlands in het Duitse taalgebied (Berlijn, 18-20 maart). Münster, 59-69.
- 2004: ´Kulturkritik anhand einer Darstellung der Shoah: „De keisnijder van Fichtenwald“ von Louis Ferron. In: nachbarsprache niederländisch 19; 21-31.
- 2004: ´"Pootige menschen" op de Gelderse Veluwe. Een imagologische lezing van Couperus´ Eline Vere´. In: Z. Hrncirova, E. Krol en N. van der Waal (red.). Praagse Perspectieven 2. Praag 2004, 5-17.
- 2003: ´Koning en vriend. Albert Verweys beeld van Stefan George als Duits en katholiek dichter´. In: Neerlandica extra muros 41 (2003) 3, 12-21.
- 2003: "Rassismus in der niederländischen Literatur? Eine Analyse zweier Debatten aus den 90er Jahren." In: Einwanderungsland Niederlande - Politik und Kultur. Hg.: Dita Vogel 2003, 159-178. IKO-Verlag.
- 2002: "Het voorspel van de revolutie van Tachtig: Albert Verweys beeld van de negentiende-eeuwse dichtkunst". In: Neerlandistiek.nl 02 03 (17 juni) 1-55.
- 2001: "Melissus en de Poezieopvatting van de Bilderdijkianen". In: De Negentiende Eeuw 2, 57-63.
- 2001: "Wel wat dartel, maar toch niet onbeschaamd", Over Potgieter, de Gouden Eeuw en het genre van het minnedicht. In: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 117 (2001), 358-366.
- 2000: "Ga de Huegenots hooren!" De muziekopvattingen van de gebroeders Jozef en Lambert Alberdingk Thijm. In: G.J. van Bork, N. Laan (red.). Kunst en LetterKunst. Amsterdam 2000, 110-120.
- 1999: "De romantiker in Nederland". Over Jozef Alberdingk Thijm en zijn gebruik van de term "romantisch". In: K.D. Beekman, M.T.C. Mathijsen-Verkooijen, G.F.H. Raat (red.). De as van de Romantiek. Amsterdam 1999, 166-176.
- 1997: ´De smaak voor het "reele"´. Opvattingen over de nationale smaak in een aantal poeticale verhandelingen uit de laatste decennia van de achttiende eeuw In: Nederlandse letterkunde 2 (1997) 4, S. 338-349.
- 1997: "Le style est l´homme même?" Nederiandse stij1opvattingen aan het einde van de achttiende eeuw In: C. van Eck e.a. (red.). Een kwestie van sti]1 Opvattingen over stijl in kunst en literatuur. Amsterdam 1997, S. 109-117.
- 1994: Kunstdrift en kunstbewerking. Nederlandse lyriekopvattingen in de jaren tachtig van de achttiende eeuw . In: De achttiende eeuw 26 1994 1 S. 25-39
Rezensionen
2005 | ´M. Mathijsen: Nederlandse literatuur in de romantiek 1820-1880´. In: Neerlandica extra muros 43, 2, 77-79. |
2003 | ´M. Mathijsen. De gemaskerde eeuw´. In: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 119 (2003) 3, Web 58-59. |
2001 | ´P.P. de Quay. De genoegzaamheid van het natuurlijk gezond verstand´. In: Literatuur 18 (2001) 3, 174-177 |
2001 | ´G. Mak en M. Mathijsen. Lopen met Van Lennep. De Zomer van 1823: dagboek van zijn voetreis door Nederland". In: Literatuur 18 (2001) 3, 189-190. |
2000 | ´E.J. Brouwer, Archeologie van een houding: Nederlandse identiteit in de Friesche volksalmanak 1836-1899´. In: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 116 (2000) 2, 172-173 |
2000 | ´W.R.D. van Oostrum, Julia Cornelia de Lannoy (1738-1782). Ambitieus, vrijmoedig en gevat´. In: Literatuur 17 (2000) 3, 172-174 |
1999 | ´G.J. Johannes. De lof der aalbessen. Over (Noord-)Nederlandse litertuurtheorie en de consequenties van kleinschaligheid 1770-1830´. In: Nederlandse letterkunde 4 (1999) 3, 271-273 |
1997 | ´G.J. Johannes. De barometer van de smaak. Tijdschriften in Nederland 1770-1830´. In: Literatuur 14 (1997) 1, 53-57 |
1995 | ´J.C. Streng (ed.) Zo als men aan gemeenzaame vrienden gewoon is te schrijven. De correspondentie van Thijnvis Feith 1753-1824´. In: Literatuur 12 (1995) 4, 240. |